Tekst Noel, Fotografie Marica
Congo (Brazzaville)
Doungila - Kibangou - MilaMila - Kakamoeka - Point Noire
Congo reisadvies op de site van Buitenlandse zaken:
Reizen buiten Brazzaville en Pointe Noire wordt ontraden. Reizen tussen Brazzaville en Pointe Noire is alleen mogelijk per vliegtuig, aangezien de (spoor)wegen onveilig zijn. De trein tussen deze twee steden wordt regelmatig aangevallen door rebellen. Daarnaast is reizen via de weg erg moeilijk wegens gebrekkige infrastructuur en onveilige situaties. De dichtbeboste Poolregio ten westen van de hoofdstad Brazzaville is onveilig, omdat gewapende bendes daar actief zijn. Aangeraden wordt deze regio te mijden. In het noordoosten zijn de grensstreek met de Democratische Republiek Congo aan de Ubangi-rivier, alsook de grensstreek met de Centraal-Afrikaanse Republiek onveilige zones. In de regio Cuvette Ouest zijn opnieuw besmettingen met het Ebola-virus geconstateerd. Alhoewel de Wereldgezondheidsorganisatie in juli 2005 heeft verklaard dat de epidemie tot staande is gebracht, wordt geadviseerd dit gebied te mijden met het oog op mogelijke toekomstige besmettingen. De hoogste tijd om die kant op te gaan dus !! :-)
Het stukje Afrika waar we nu doorheen komen is geografisch nogal een warboel. We staan aan de grens van Congo maar er zijn twee Congo's. Namelijk de Volks Republiek Congo en de Democratische Republiek Congo, voorheen Zaire. De eerste wordt in de volksmond Congo Brazza(ville) genoemd en de tweede Congo Kinshasa of DRC of RDC in het Frans of nog steeds Zaire. Verder heb je er nog Cabina wat een stukje Angola is dat niet aan het land Angola vast zit maar geheel omsloten is door de beide Congo's. Dus we gaan eerst Congo Braza in, daarna moeten we door Cabinda (Angola), vervolgens komt de DRC en tenslotte weer Angola en dat alles binnen een paar dagen. Het heeft even geduurd voordat we dit onder de knie hadden en ook daadwerkelijk wisten tussen welke landsgrenzen we ons bevonden.
De grens overgang is weer eens probleemloos en dat geeft vertrouwen. Ook de mensen lijken ons niet direct te willen vermoorden en groeten zelfs vriendelijk. De weg is echter nog minder dan in het laatste deel van Gabon en de dikke rode streep op onze landkaart, die normaal een doorgaande hoofdweg symboliseert, is niet meer dan een karrenspoor met een soms wel halve meter hoog gras in het midden tussen de twee sporen. En er ligt nog meer water op de weg dan in Gabon en water op een onverharde weg betekend dus modder. Maar het goede nieuws is dat we er al een paar uur op hebben zitten in de Congo en we leven nog dus het gaat redelijk tot nu toe, zou ik zeggen. Dan is het smalle pad plotseling versperd met een barricade. Achter de barricade staan een stuk of 10 knapen van rond de 20 jaar en een paar van hen hebben bivakmutsen over hun hoofden getrokken. Het pad is aan weerskanten afgezoomd met een meters hoge groene jungle muur en omkeren is vrijwel onmogelijk. Marica en ik hadden in Kameroen wel een wat meningsverschillen over wel of niet betalen in geval van corrupte politie maar dit was wat anders. Dit was geen politie en we bevonden ons 'in the middle of nowhere'. Mijn besluit stond al snel vast. Betalen wat ze vragen en wegwezen. Een van de knapen was inmiddels naar mijn raam gekomen en begon zijn verhaal af te steken. Ik begreep er niet veel van maar het kwam op het volgende neer; of ze alsjeblieft wat geld konden krijgen zodat ze een kop koffie konden gaan kopen! Huh, bedelende struikrovers. Weer eens wat nieuws. Wanneer we de jongens 1000 CFA (Euro 1,50) geven druipt het ongeloof van hun gezichten en ze barsten haast in juichen uit! Ze weten niet hoe snel ze de barricade moeten verwijderen en zwaaien ons uitbundig na als we er vandoor gaan. Ik kan me niet aan de indruk ontrekken dat 1000 CFA wellicht iets te veel is geweest. Een paar uur en ettelijke modderpoelen later stuiten we op de volgende barricade, weer met een groepje jongelui erachter. Het lijkt erop dat de Congolese jeugd een bijbaantje heeft gevonden. Tol heffen voor modderpaden. Deze keer zijn we minder makkelijk en aanvankelijk weigeren we om te betalen. We willen er achter komen wat het gangbare struikrovers tarief is in Congo. Aanvankelijk vragen ze 500 CFA maar dat weigeren we. De prijs zakt al snel naar 300, 200 en tenslotte 100 CFA. Over deze 15 Eurocent wil ik niet langer zeuren en we geven ze 100 CFA. De barricade wordt weg gehaald en we kunnen onze weg vervolgen. Bij de derde barricade van die dag pak ik het weer een beetje anders aan en geef gewoon gas en rijdt, vriendelijk zwaaiend, dwars door de balk. De balk op de ton maakt een zwieper en draait een fraai rondje op de ton. Is zo'n bull bar toch nog ergens goed voor. Een deel van het boeventuig kijkt verbouwereerd toe maar een paar barsten in lachen uit en zwaaien zowaar terug. We komen regelmatig op splitsingen en kruisingen van Jungle wegen en vrijwel op elke kruising is een politie post. Maar in tegenstelling tot wat we vreesden is de politie uiterst vriendelijk en als je zegt dat je toerist bent dan salueren ze zelfs om de een of andere reden. Ze schijnen het erg leuk te vinden dat er toeristen komen en ze doen erg hun best om ons de weg te wijzen en er voor te zorgen dat we niet verdwalen.
De weg naar Point Noire wordt echter steeds slechter met steeds diepere modder poelen en regelmatig houd ik mijn adem in wanneer we weer een plas in rijden. Je kunt onmogelijk bij iedere plas uitstappen om te peilen hoe diep het is want dan kom je nooit op je plaats van bestemming aan. Je rijd er gewoon voorzichtig in en hoopt dat de neus van de auto niet helemaal onderwater verdwijnt. Meestal is dat ook het geval. Soms niet en dan moet je snel je raampje dicht draaien. De laatste 30 km voor Point Noire is volgens de kaart een geasfalteerde weg en daar verheugen we ons inmiddels behoorlijk op. De weg blijkt inderdaad geasfalteerd meer dat is al weer een poosje geleden. Ik denk zo'n 30 jaar. De laatste 5 km is helemaal niet meer geasfalteerd en wij hebben ook nog eens het geluk dat het de dag ervoor uren lang knetterhard geregend heeft. De weg is veranderd in een rivier met de afmetingen van de IJssel met ongeveer de zelfde diepte. De modderpoelen zijn enorm en het enige wat ik kan doen is gas blijven geven. Op een bepaald moment moeten we door een enorme plas en de boeggolf van de auto spoelt compleet over het dak van de auto en alles wordt donker maar na een paar seconden en een paar klappen van de ruitenwisser komt het licht weer door de voorruit en komt de overkant van de plas in zicht. De Landcruiser doet het als onderzeeboot ook lang niet slecht. Nog een kilometer of 3 en we zijn in Point Noire. We vechten ons zonder al te veel problemen door de overige modder heen en bereiken tegen schemer de stad. Omdat het al laat is gaan we direct naar een Jachthaven waarvan we weten dat ze Overlanders laten kamperen.
Point Noire is een redelijke overzichtelijke stad aan een mooie baai maar we vertrekken de volgende dag alweer naar Cabinda, die provincie van Angola die niet vast zit aan het land zelf maar omsloten is door de beide Congo's. Het is slechts 30 km tot de grens en de weg is eindelijk weer eens normaal verhard. We doen de 30 km in 20 minuten en dat is echt een verademing als je de laatste tijd steeds 2 tot 3 uur nodig hebt gehad voor dezelfde afstand. Ook van Congo Brazza kan ik niet veel zinnigs zeggen behalve dat het een opluchting was dat het er niet half zo gevaarlijk was als men wel zegt en dat de politie enorm behulpzaam en vriendelijk was. Nu nog door DRC en Angola!!
"There are no foreign lands. It is the traveller only who is foreign." -Robert Louis Stevenson
Geen opmerkingen:
Een reactie posten