vrijdag, december 9

Ghana, Joooh what's up bro!

Tekst Noel & Marica, Fotografie Marica

Ghana
De grensovergangen worden alsmaar eenvoudiger. Er wordt niet eens meer naar smeergeld gevraagd. Hoewel we erg positieve verhalen hebben gehoord van andere reizigers is onze eerste indruk van Ghana niet bijzonder goed. Het lijkt alsof het hele land in brand staat. Overal zijn kleine en soms grote bosbranden die meestal zijn aangestoken.



Ontbossing lijkt hier een groot probleem te zijn. Van de mooie bossen die we in Burkina zagen is hier in het noorden van Ghana niet veel meer over. In grote zakken liggen de bomen in de vorm van houtskool langs de kant van de weg. Tot nu toe hadden we helemaal nog geen houtskool industrie gezien. In Burkina en Mali koken de meeste mensen op sprokkel hout en op gas uit flessen. In het noorden van Ghana lijkt iedereen op houtskool te koken. Reclame borden waarschuwen de mensen; "Brand de bossen niet af, je leven is er afhankelijk van". Kennelijk inderdaad een groot probleem in het noorden van Ghana. De veelal zwartgeblakerde natuur ziet er niet erg aantrekkelijk uit.
In het Mole Nationale Park gaan we op safari. Marica rijdt en er zit een gewapende ranger naast haar. Ik zit eerste rang op het dak van de auto samen met Anderea en Michael. Warthhogs (wilde varkens) trekken zich niets van ons aan, de bavianen houden even op met waar ze mee bezig zijn en verschillende herten en antilopen staren ons aan alvorens ze het hazenpad kiezen. Anti-lopen .... een vreemde naam voor dieren die zo kunnen rennen en springen.



En dan opeens zijn ze daar, eindelijk! Drie grote olifanten staan met hun grote grijze oren te klapperen. Ze laten zich rustig fotograferen en keren ons dan hun grote grijze kont toe.



We zakken af naar het zuiden van Ghana. Ten zuiden van Kintampo komt de grote ommekeer. De zwartgeblakerde bossen maken plaats voor een groene dichtbegroeide jungle.
Wat opvalt is dat de mensen minder spontaan en vriendelijk zijn dan in Mali en Burkina. Dat heeft wellicht iets te maken met de Engelse koloniale tijd! In zijn algemeenheid is het zo dat de Francophone landen een stuk gemoedelijker zijn dan de Anglophone landen. Francophone landen zijn die landen waar de Fransen hebben gezeten en men nu nog Frans spreekt waaronder dus Mali en Burkina. Onze gevoelens worden bevestigd door andere reizigers.




Wat ook erg opvalt zijn de totaal krankzinnige geloofsexpressies! Auto's met "Jesus Blood", "Jesus is the one and only", "God is my savier" etc zijn meer regel dan uitzondering. Ook bijna alle bedrijfsnamen zijn erdoor geinspireerd, The Holy Angels of Christ Welding Shop!, Last Stop Salvation Praying Camp!, The Holy Spirit Travel Angency, enz. enz!!
Waar gaat dit in vredesnaam over? Het maakt op ons een wat hysterische indruk.

Het is de bedoeling om vanavond in de bush te kamperen met Michael en Andrea maar het oerwoud is zo dichtbegroeid dat we de auto nergens kwijt kunnen! We nemen een zijweg van de hoofdweg en volgen een boerenweggetje dat precies zo breed is als de auto's. Het leidt naar een klein akkertje. De maxefs is reeds geoogst en we vinden een plek net groot genoeg voor de twee auto's. De tafels staan midden op het pad en op het moment dat wij zitten te eten, komen er een aantal lokale mensen langs, op weg naar huis. We worden even met vreemde ogen aangekeken, maar ze lachen vervolgens vriendelijk en vinden het geen probleem dat er een paar blanken op hun weg kamperen. Het wemelt er wel van het ongedierte.



We hebben tot nu toe nog geen echte miljoenensteden hoeven doorkruisen in Afrika, maar Kumasi in Ghana komt in de buurt. We verdwalen in de chaos van auto's en mensenmassa's en belanden met de auto midden op de markt. Het liefst zouden we om deze stad heen rijden, maar we hebben geld nodig. We hebben zelfs geld nodig om te tanken, om hier weg te kunnen, dus we moeten wel de stad in en de banken met pinautomaten zitten helaas in het centrum.



We ontvluchten de markt en rijden om het centrum heen om het van de andere kant nog eens te proberen. Op het moment dat we weer helemaal vast staan parkeren we de auto bij een hotel en gaan lopend op zoek naar een bank. Bij ongeveer de vijfde pinautomaat krijgen we eindelijk geld. We kunnen maximaal 80 Euro per persoon pinnen, 800.000 Cedi. Dit zijn namelijk 40 briefjes van 20.000, de grootste denominatie. De stapel is zo dik, meer dan 40 briefjes tegelijk kan de machine niet uitspugen.
Aan de kust van Ghana staan nog een aantal grote forten, die ons herinneren aan de tijd van de slavenhandel. In het Cape Coast Castle komt bij mij het kippenvel. Honderden slaven werden hier gevangen gehouden in kerkers, wachtend op transport naar de grote plantages elders in de wereld. Ze verdwenen door de 'door of no return' en werden daarmee gedwongen hun thuisland te verlaten.




Wij gaan op zoek naar een gemoedelijke thuisbasis ergens aan het strand om daar kerst en oud en nieuw te vieren. Zo'n 30 km ten westen van Accra vinden we Big Milly's, een leuk hotel met camping waarover we positieve dingen hebben gehoord. Kerstavond brengen we door met een barbecue aan het strand en op eerste kerstdag eten we bij kaarslicht in de tuin van het complex, met alle gasten.



De kerstliedjes hebben hier allemaal een reggae beat en de kans op een witte kerst is hier niet zo groot. In korte broek en t-shirt is het niet helemaal kerst, maar wel uiterst aangenaam! De lokale bevolking is met een sterk Rasta sausje overgoten en af en toe hebben we het idee dat we op Jamaica zitten in plaats van in Ghana. De weersverwachting voor de komende dagen... aanhoudende dooi!!



We hebben een kleine pauze ingelast om alle indrukken van de afgelopen 10 weken te verwerken. We hebben de laatste week van het jaar niet veel meer gedaan dan zwemmen, luieren in de zon liggen en een boek lezen. De kerst wordt gepast aan het strand doorgebracht en 's avonds is er een groot buffet en een cultureel verzetje in de vorm van traditionele muziek en dans. We hebben ons voorgenomen om met Oud en Nieuw in ieder geval een paar oliebollen te eten. Dat idee is geboren doordat we een lokaal Ghanees bolletje hadden gevonden dat erg veel op onze oliebol leek. Alleen nog rozijnen en poedersuiker en de Ghaneese beignet zou een heuse oliebol worden.



Met zelf gekochte rozijnen hebben we op 31 december een bak-mevrouw gevraagd de olie bollen te maken en met een kopje suiker en een hamer was ook de poedersuiker binnen handbereik. We hadden onze oliebollen en ze smaakten nog ook. Ook op Oudejaarsavond had men een groot buffet georganiseerd en de jaarwisseling werd net als bij ons met vuurwerk ingeluid.
Maar helaas. "No joy lasts forever" en dus ook aan ons verblijf in Big Milly komt een eind. Op 2 januari '06 zetten we koers richting de Volta regio aan de oost kant van Ghana. Via de uiterst aangename Waterfall Lodge van de zeer vriendelijke uitbaters Sabiene en Bernhard gaan we Togo in om te zien wat dat voor ons in petto heeft.



Ghana; het land is in tweexebn gedeeld. Het droge noorden is praktisch plat gebrand is en het tropische zuiden wordt ernstig ontbost. De Volta regio is landschappelijk wel erg fraai maar ook hier worden hele gebieden afgebrand en omgekapt. Ghana; het land een 6, de bevolking een 6 en de high lights een 6.



"To travel is to discover that everyone is wrong about other countries." -Aldous Huxley

Ghana (english)
The border crossings seems to get easier all the time. The Ghanaian Customs officers don't ask for a bribe either and they seem to have a good sense of humour. Our first impression of the country itself however is not so good. The whole country side seems to be on fire. This goes on for hundreds of kilometres. As we move on it gets worse and we also discover the reason why everything is on fire. Char coal! Everything is converted into char coal. Huge signs on the road side say "don't burn your forest, your life is depending on it". But obviously the people don't care, can't read or have other worries! Probably the last!
In the Mole National Park we go on a safari! Marica gets behind the steering wheel and an armed ranger sits besides her. Michael, Andrea and myself take place on the roof of the Toyota. The warthogs and Baboons do not seems to upset about our presence but the antelopes look at us and take of in a panic.
But then they are there! Three big elephants. They don't seem mind our presence but we stay in a safe distance. They flap their ears a bit and turn their big grey buts to us and walk of slowly.

We slowly decent toward the south of Ghana. South of Kintampo the landscape suddenly turns from arid Sahel bush land into thick tropic jungle. This change is very sudden and takes place within a distance of 25 km. Truly remarkable. The climate changes too from hot and dry to hot and humid. Very humid indeed and everything feels sticky and damp after a while. We did not have anything of the kind so far. Very hard to tolerate. Even on the coast it is humid and sticky.
What we have also noticed is that the people in Ghana are not as open and friendly as in Burkina and Mali although the Ghanaian have the name to be extremely friendly.
What we also notice are the outrageous religious expressions; Car with prints saying "Jesus Blood", "Jesus is the one and only", "God is my saviour" are more rule than exception and the same applies to company and business names; The Holy Angels of Christ Welding Shop!, Last Stop Salvation Hair Dressers, The Holy Spirit Travel Agency, etc.

We intend to bush camp that night but the vegetation is so thick that it is almost impossible to find a spot directly on the road side, which is easy in the Sahel bush land. We find a little dirt road that leads to a village and from that road take another narrow path into the bush. The path is just wide enough to pass with the cars and we find a small open spot on a maize field which has already been harvested. We camp virtually in the middle of the path and are having our evening diner as some locals boys come by with a ghetto blaster on their shoulders. They look surprised but they don't mind that we camp virtually on their doorstep because from them we learn that just around the next corner there is a small village. More people will pass during the evening coming from the larger village nearby and going home. They are all friendly.
Up to now we did not yet have to pass real large cities in Africa. The capitals of Mauritania, Mali and Burkina are big but manageable. Kumasi in Ghana is not and its not even the capitol! The centre around the huge market is a mad house which seems to be a 24/24 hour traffic jam. We get lost in the chaos of cars and people looking for a bank. We need money and so we have to get into the city centre to find an ATM. We decide to turn around and approach the centre from the other side but there too all traffic is jammed. We park the car at a hotel and continue by foot. We find our ATM but as we try to get 300 Euro in local currency, the Cedi, we see that we can get only the equivalent of 80 Euro. That however is 800.000,- Cedi and consists of a stack of 40 notes of 20.000 Cedi!! The stack of bank notes is more than a centimetre thick! We cant get more out of the ATM machine because it has reached its physical limits.
We are approaching the coast and the atmosphere is getting thicker and more humid by the mile. The Ghanaian cost is dotted with colonial forts which served a sad purpose during the period of the slave trade. Over the years, millions of slaves were detained in these forts under unimaginable circumstances, before they were where shipped to South America, the Caribbean and North America. We visited Cape Coast Castle, once an British fort. It was impressive but very depressing. Not really a cheerful event, to put it mildly. The are also some Dutch remnants although the Dutch concentrated mainly on the over seas transport of the slaves. What we found remarkable though about the slave trade is that it started long before the Europeans arrived and it seems that even in Roman times, there was slave trade with West Africa. Also the majority of the slaves that were shipped to the America's were captured as prisoners of tribal wars and sold to the Europeans by their own people.
The coastal road leads us toward Accra, Ghana's capital. The traffic gets more hectic and the roads worse. We go look for a good spot to spent Christmas and New Year's eve. We end up in Big Milly's Backyard, a nice camping on the beach. We decide to stay there for at least a week. So we spent the holidays under the palm trees on the beach well catered by Big Milly's Chef Cook who prepared a huge buffet for the entire camping. We were also treated on some cultural music and dance.
But alas, "no joy lasts forever" so our stay at Big Milly's ends on the second of January and we head for the Volta region. We end up in a place called Mountain Paradise and for us it really was. The climate changed drastically and for the first time in two weeks we could sleep under our sleeping bags and the bed linen and our clothes felt dry again. Our last day in Ghana we spent in the Waterfall Lodge of Sabine and Bernhard a German couple who have built their own little paradise on the Ghanaian Togolese border.
In conclusion; Ghana is a land divided in two part. In the dry northern part the country has been burned and converted into charcoal and the southern part is green and tropic but humid and therefore not so pleasant. The Volta region is very pretty but here too, deforestation is a problem and bush fires are very common.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten