tekst Noel, fotografie Marica
english translation at the bottom
De eerste etappe van de reis voert naar Algeciras in zuid Spanje vanwaar we de veerboot naar Ceuta willen nemen. Ceuta is een Spaanse enclave in Marokko en zodoende weten we het Afrikaanse continent te halen zonder ook maar een keer onze paspoorten te voorschijn te hoeven halen. In Spanje hebben we nog wat inkopen gedaan en een voorraadje lekkere dingen aangelegd. Een paar kilo Andalusische kaas en de een halve kilo Serrano ham. We hebben alles diep weg gestopt in de zijbakken van de auto zodat de verleiding niet continu aanwezig is. Wij willen deze lekkernijen minstens tot in Mali bewaren want daar schijnt alleen nog maar smeerkaas van La Vache Qui Ris te krijgen te zijn.
De oversteek naar Afrika duurt vanuit Ceuta maar 45 minuten en voor je het weet ben je dus weg uit Europa. Wel even slikken. Nu begint het echt. In Ceuta kopen we nog snel even een wereld ontvangertje om af en toe een wat nieuws uit Nederland op te kunnen vangen. De grens overgang Ceuta - Marokko gaat redelijk vlot maar de eerste tekenen van Afrika zijn onmiskenbaar; veel formulieren, veel mensen, nog meer mensen en nog meer formulieren. Na een uurtje geklungel met papiertjes aan verschillende loketjes met gewichtig uitziende douaniers die nog gewichtiger doen dan hun overdreven uniformen rechtvaardigen zijn we zover. We kunnen doorrijden.
Of toch niet ...., weer een mannetje in uniform. Ouvre La Voiture S'il vou plait..... Inspectie! Gelukkig heb ik mijn 27MC bakkie net weg gestopt en ook de antenne verwijderd. De Marokkaanse douane is daar namelijk allergisch voor. Spionage of zoiets. Bij het openen van de achterdeuren van de auto gaan de ogen van de douanier wijd open, zoveel troep als er achterin ligt. Aha... Sahara!!! roept een ander mannetje maar de douanier wijst op de 27MC antenne die ik achteloos achterin heb gegooid. Die doet het niet leg ik haastig uit in mijn beste Frans in de hoop dat hij die uitleg accepteert. En dat doet hij. Hij heeft kennelijk geen zin in gezeur want het is Ramadan voor de Islamieten en over een uur of twee mag ie weer eten.
Africa here we come....
We slapen de eerste nacht op een verlaten camping aan het strand en hebben nog wat getob met de "militaire strand patrouille" die over ons welzijn wil waken en ons wil beschermen tegen illegale immigranten die momenteel een probleem vormen rondom Ceuta. De volgende dag voert de route via Tetouan door het Rif Gebergte naar Chefchouan. In Tetouan bezoeken we de leerlooierijen die stinken naar rottend vlees en in Chefchouan de Blauwe Medina, een erg fotogenieke locatie voor Marica.
Wat opvalt tijdens het doorkruisen van het Rif gebergte is dat er heel veel mensen langs de weg staan die Kif, Marokkaanse hasj, proberen te verkopen. Zelf jochies van nog geen 10 jaar staan met brokken hasj langs de weg te gebaren dat je vooral moet stoppen en hasj moet kopen. We rijden vlotjes door. Volubilis, een oude Romeinse nederzetting met mooie mozaxefeken weten we precies voor zonsondergang te bereiken voor een foto sessie voor Marica. De volgende dag gaan we via Meknes naar Azrou. Dit kleine stadje ligt lekker hoog in de Atlas en het klimaat is er heerlijk. Overdag is het er 25 graden en 's nachts een graad of vijf en het is bekend vanwege zijn enorme wouden met Cederbomen en de Barbery apen! Die zien we dan ook ruimschoots en Marica blijft fotograferen. Dat wordt nog wat straks in zuidelijk Afrika waar de echte wilde dieren zijn! In Azrou pakken we een toeristische route door de midden-Atlas naar Midelt.
De route voert door talloze fraaie Berber dorpjes maar wat minder fraai is zijn de talloze kinderen die de weg op stuiven zodra ze de auto zien en vervolgens in willekeurige volgorde fanatiek beginnen te smeken om een bonbon, een Dirham of een stylo (pen). Sommigen zijn zo brutaal dat ze gewoon door het raam naar binnen grijpen als je niet oppast. We weten er niet goed raad mee en we houden de ramen maar wat verder gesloten! We gaan verder via het 'Circuit de Jaffar' naar de 'Gorge du Todra'.
Dit is echt een zware off road piste die enkele dagen duurt. We doen er drie dagen over en moeten een paar passages pakken die ik had kunnen missen als kiespijn. Marica moet een heel stuk voor de auto uit lopen om mij aanwijzingen te geven. Het pad is erg smal en met grote keien is bezaaid en ik kan niet meer zien hoe en waar ze liggen. Marica is blij dat ze uit kan stappen en geeft goede aanwijzingen. We komen er zonder kleerscheuren door. Het eigenlijke 'Circuit de Jaffar' is slechts 24 km maar die hebben drie en een half uur in beslag genomen. De totale route is een kleine 300 km. Later horen we dat door zware regens de route zodanig beschadigd is geraakt dat het voor auto's momenteel eigenlijk te moeilijk is en alleen off road motoren er door kunnen komen. Dat wisten we dus al uit eigen ervaring. Wij blijken de eerste auto sinds een maand te zijn die er door is gekomen! Via de prachtige Gorge du Todra gaat het naar Merzouga, een nederzetting aan de rand van de Erg Chebbi, een stukje Sahara.
We nemen een dagje rust en ik speel wat met auto in het zand. De lokale gids die we meenemen merkt dat ik vaker in het zand heb gereden en doet wat meer met ons dan met de meeste andere toeristen. We toeren een uurtje of twee door het zand en ik kom niet xe9xe9n keer vast te zitten. Ik heb zelf ook het gevoel dat ik het zand rijden na Libixeb wel aardig onder controle heb. Hoewel...de techniek van het zand rijden is xe9xe9n maar de juiste route kiezen is twee. Daar is wel meer ervaring voor nodig dan ik heb. Vandaar de gids.
In Merzouga ontmoeten we Didier en Natalie en een groepje van vier Duitse motor rijders, Jorg, Corinne, Michael en Lothar die zware off road motoren rijden. We blijken dezelfde plannen te hebben en besluiten een paar dagen samen op te rijden. Van Merzouga gaat het via een woestijn piste die langs de Algerijnse grens loopt naar Zagora. De motorrijders hebben het erg zwaar in het mulle zand en na een paar valpartijen besluiten Didier, die ook een Landcruiser rijdt, en ik om wat bagage van de motorrijders over te nemen. Met de lichtere motoren gaat het ineens een stuk beter maar de motoren hebben veel lekke banden. De eerste dag moeten we er drie plakken en zodoende komen we niet erg ver en moeten we midden in de woestijn overnachten. Geen straf want het is er heerlijk rustig en we hebben alles bij ons om het gezellig te maken. We schuiven de tafels aan elkaar en de wijn komt tevoorschijn. Het eten smaakt altijd goed buiten en de wijn nog beter. Evengoed gaan we zoals bijna elke avond om een uur of negen slapen want het is vroeg weer licht. De volgende dag volgt een meer steenachtige piste die tamelijk oncomfortabel is maar wel mooi. We vinden ook de oplossing voor de opdringerige kinderen in de dorpjes die we doorkruisen. Als ze beginnen te bedelen dan trek je een gekke bek, steekt je tong uit of doet iets anders wat ze niet verwachten en onmiddellijk verschijnt er een brede lach. Als je vervolgens nog een praatje met ze aanknoopt en ze naar hun naam vraagt is het helemaal goed en vaak eindigt het dan ook nog met dat wij een cadeautje van hun krijgen, een fossiele schelp of een vlechtwerkje van riet ofzo. Dit verandert de sfeer enorm en maakt het allemaal een stuk leuker.
In Zagora staan we op een geweldige camping met personeel dat gekleed gaat als fakirs uit een 1001 nacht sprookje. We blijven er een paar dagen en ik doe wat klusjes aan de auto. Het is erg gezellig zo in een groep en we organiseren een grote barbecue. Maar helaas moeten we ook weer eens verder en dus gaan we na twee dagen weer op pad richting Marrakech. Didier en Natalie nemen een andere weg maar de motorrijders gaan ook naar Marrakech. De route voert echter eerst naar Ait Benhaddou, een oude Kashba die op de Unesco World Heritage lijst staat. Erg fraai en Marica is helemaal in haar nopjes. 'S avonds neemt ze veel foto's en de volgende ochtend is het vroeg opstaan want het ochtend licht is ook erg mooi.
Die avond bereiken we Marrakech via een prachtige en af en toe moeilijke route door de bergen. De timing is perfect want het is zes uur s'avonds, de zon is net precies onder gegaan en er is geen kip op de weg. Ramadan.... Alle moslims hebben zich naar huis gehaast en zitten aan de Couscous ! In Marrakech nemen we een hotel in het centrum. We willen er twee nachten blijven. Het worden er drie, waarschijnlijk door een niet goed doorgebakken omelet wordt ik een beetje ziek, niet heel erg maar genoeg om even niet verder te kunnen. Ik zie het maar als bouwen aan mijn afweersysteem.
Dat zal ik dieper in Africa nog hard nodig hebben. Ook met twee van de motorrijders gaat het niet helemaal vlekkeloos. Marica heeft nergens last van.
In Marrakech scheiden zich de wegen en wij gaan op pad naar Essaouirra alwaar ik het laatste stukje van deze tekst schrijf. De rest wil follow soon.
". . .life is short and the world is wide" -Simon Raven
In four days we drive across half the European continent to catch a ferry in Algeciras, the South of Spain. Gibraltar is getting smaller while we are crossing to Ceuta on the Spanish ferry. Ceuta is still Spain and we have reached the African continent without using a passport.
In Ceuta we can still use Euro's for the parking meter. Noel is taking down our CB, before we are heading for the Morrocan boarder. It is good he did, because two times an official in uniform asks; "Do you have a CB?" "No we don't", Noel and I lie synchronised. After too many little papers, but within the hour we are on the other side. Africa here we come!
In the evening the coast guards pay us a visit. They want to see our passports, because there are many African refugees on their way to Ceuta. I did not know we were so black. They want to take our passports to register. That's o.k., but where my passport goes, I go. I follow the man in uniform, but he doesn't like it. He decides to give out all our data via his Walkie Talkie. "Marica, Mike, Alfa, Romeo, India, Charlie, Alfa", he yells over is walkie talkie. It takes a while to give our names, date of birth, expiration etc. Because of his typically pronounced French, it feels like I have landed in a Vietnam movie.
On our first real day in Morroco, we visit the blue Medina of Chefchouan. On the parking of every town, guides are waiting to catch the tourist, to create a little work. It's very easy to get lost in a Medina, so you can't really do without. Because of the blue colours on the buildings in these narrow streets, it feels like wandering through an aquarium.
We cross the Rif Mountains. These mountains are known for drugs plantations. Numerous times we get offered drugs along the roadside. Even children are signing with their fingers if we want to smoke followed by the international gesture for money. We drive on. We do stop for some real Monkeys in the surroundings of Azrou.
We are getting ourselves prepared for a little adventure. We want to cross the high Atlas from Midelt to the Gorge the Todra via a small gravel road. It could be 250 km, it could also be 450 km. So we buy enough fuel and food to make it either way. We leave Midelt and therewith also civilisation. We enter the world of the Berber people.
The first part of the road is the worst. A small plateau along a huge cliff. The road is getting smaller and rockier. I have to get out to walk in front of the car, to lead Noel and give him signs on where he can go. We knew the road would not be great, but we did not know it was so bad. It took us three and a half hours to do the first 24 km. After that the road got better, although it vanished into the river many times, but there is no danger to that.
We drive along many villages, with to many children. They all come running for the car as soon as they hear us. All begging for clothes, food or pens. I do not think they go to school. Some toddlers come running down the hill on there short legs, and hold up there hand. Their parents teach them very young on how to beg.
After three days we descent into the spectacular Todra Gorge. In Tinherir we find civilisation and a little later we end up having a cup of tea with Mustafa and Suchran. Off course they want to sell us a carpet, but they are not pushing. It is impossible to plan a day in Morroco in advance. You never know what will happen
We are moving on to the utmost South-Eastern Morroco. This is where the Sahara starts. And at the edge of the Sahara, we find the yellow and red sand dunes of Erg Chebbi. Via a wide sand flat with no obvious road we are moving towards Erg Chebbi. Our GPS is guiding us in the right direction. In the middle of the flat we find four German motorcyclists. One of them fell and is having problems with a suitcase, that no longer fits on his bike. We decide to take his suitcase and they follow us. It is easier to drive on GPS in a car, because you are two. Together we reach Merzuga, the village at the bottom of Erg Chebbi. On the campsite we find out that nowadays there is also an asphalt road to Merzuga, it end 200 meters from the campsite.
The next day we deflate our tires almost entirely and enter the sand dunes. It is very strange finding your way over these soft hills.
Through the southernmost part of Morroco, there is a nice gravel trail to Zagora. The German Motorcyclist would like to do it too. And we meet a French couple in a Land cruiser who would like to join us. Together we head for the South piste. The French couple has all the GPS coordinates we need. Driving a motorcycle is very different from a car. We have to stop several times to repair a flat tire on one of the bikes. Mostly we are the attraction in town. This makes it very pleasant. Now we have a reason to stop and talk to the people. In two days we reach Zagora.
In a little Oasis we find the perfect campground. A place where every camper gets a large carpet with little round tables and a few seats. The Manager is dressed like he just came out of a fairytale. It's one of those places where you don't really want to leave. The Frenchman and Noel are looking at some pictures on a laptop in a Bedouin tent. It's the world of extremes.
From Zagora we move toward Marrakech. The French couple says goodbye, but the German motorcyclists follow. We stop for the night in Ait Benhaddou. A picture perfect Kashba, a fort entirely made out of Adobe. The Kashba was used in many movies, for example 'Lawrence of Arabia' and the more recent movie, 'The Gladiator'.
Via a gravel road through a beautiful valley filled with small brown collared villages we drive to Marrakech.
With almost one million inhabitants, Marrakech is a busy city. I think half of all the inhabitants are in the Medina. We have to share all the small streets not only with people on foot, but also with many mopeds. And if the street is wide enough, even cars push their way through.
So far everything is going really well. From Marrakech we will go on to the Atlantic Coast and then move down towards Mauritania.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten