Tekst Noel, Fotografie Marica
English version at the bottom
Mali (vervolg)
Bij het naderen van de grens van Mauritanie en Mali is duidelijk dat het landschap ook veranderd. De Sahara maakt plaats voor de Sahel. Het zand maakt plaats voor grasland. De kamelen en ezels maken plaats voor koeien en af en toe een paard, een luxe bezit in deze contreien. Ook het aantal bomen neemt weer toe en als Gelderlander van de Hoge Veluwe doet mij dat wel goed. In mijn beleving is de naam Sahel synoniem voor droogte en hongersnood maar wat we zien heeft daar niets mee te maken. Het gras is wel geel maar staat een halve meter hoog en de koeien zijn ronduit vet. Bij navraag blijkt het inderdaad een goed seizoen te zijn want er is voldoende regen gevallen. Dit is echter een plaatselijke weelde want in andere regio's schijnt men minder fortuinlijk te zijn.
We komen Mali binnen in Nioro. Bij het inchecken van onze paspoorten en de auto staan we voor een verassing. Het douane kantoor is op een onmogelijke plek gevestigd, ergens achteraf in een vage wijk, zodat we een "gids" (een jochie van 8 die op de treeplank mee rijd) moeten inhuren om het te vinden. De douanier is echter niet van plan ons te helpen want het is zaterdag en dan werkt hij niet! De auto staat goed waar hij staat en we kunnen daar wel blijven kamperen. Maandag gaat het kantoor weer open. Dan kunnen we een 'Laissez Passer' voor de auto krijgen. Dat we die al hebben in de vorm van een 'Carnet de Passage' brengt hem nauwelijks van de wijs en dreigend zegt ie dat als we perse willen dat het Carnet vandaag gestempeld wordt dat het dan wel 'overtime' is en dat we die 'overtime' ook moeten betalen, en wel 5000 CFA (8 Euro). We trekken een zuur gezicht en hebben moeite om niet in de lach de schieten. De keuze tussen 8 Euro betalen of 2 dagen op een stoffige binnenplaats kamperen is snel gemaakt en tien minuten later zijn we op weg naar de politie. In Mali doet de douane de auto inklaring en de politie de personen inklaring. De politie probeert ons ook nog wat geld af te troggelen voor het zetten van de stempels op de visa maar Marica bluft dat we dat al betaald hebben op de ambassade in Brussel. De politieman stemt schoorvoetend in. We komen goedkoop Mali in. De totale schade bij het uitchecken uit Mauritanie en het inchecken in Mali is 12 Euro! Valt mee te leven.
Ook de verplichte autoverzekering is snel geregeld en van de Afrikaanse bureaucratie en laksheid hebben we nog niet veel gemerkt. Alles loopt vlotjes.
Op de markt valt op dat er veel meer keuze is in groente en fruit dan in Mauri, de prijzen zijn lager en de mensen zien er tevreden uit. Het is oogstseizoen en je struikelt bijna over de watermeloenen. Voordat we Mali weer uit zijn zal ik daar menig kilootje van hebben verorbert, tot ik er buikpijn van heb....
Er is een groot verschil tussen de mensen in Mauri en in Mali. In Mauri probeert bijna iedereen je tot stoppen te manen om vervolgens om een cadeau of een stilo te vragen. In Mali zwaait men en lacht men, breeduit. Van de preutse Islamitische mores is ook niet veel meer te merken. Als we toevallig even stoppen op een fotogeniek plekje blijken daar een aantal vrouwen en kinderen zich aan het wassen te zijn. Ze komen naar de auto gelopen, half naakt, zonder enige gene. Mali blijkt veel relaxter te zijn dan Mauri.
De piste naar Bamako (hoofdstad) is af en toe ongelooflijk slecht en er zitten gaten in waar de auto zowel in lengte als in hoogte in past. De 450 km naar Bamako doen we in anderhalve dag. In Bamako logeren we bij de nonnetjes op de Katholieke Missie. We rusten wat uit, doen de was en halen het visum voor Burkina Faso.
De volgende stop is Djennxe9. Djennxe9 ligt weer wat noordelijker op de rand van Sahara en Sahel. In Djennxe9 staat het grootste Adobe (mud brick) gebouw ter wereld; de moskee van Djennxe9. Wereldberoemd en figurant in talloze documentaires en speelfilms. Kort voor vertrek ben ik nog naar de avonturenfilm 'Sahara' geweest die zich in en om Mali afspeelt en ook daar kwam hij uiteraard pontificaal in voor. Het bezoek aan Djennxe9 met deze beroemde moskee was voor mij een highlight! Zo'n ongerepte, authentieke Afrikaanse sfeer had ik nog niet eerder gevoeld en geen toerist te bekennen. Zo echt als maar kon. Ik heb tijden lang naar die moskee staan staren. Het icoon van de Sahara. Helemaal fantastisch gewoon!
Via Mopti, een havenplaats aan de Niger gaan we naar Bandiagara. Bandiagara is de uitvalsbasis voor de Dogon vallei. Nog zo'n beroemd stukje Mali. Het Dogon volk is beroemd vanwege hun unieke cultuur. Langs een plateau rand (escarpment) van 200km bevinden zich vele kleine dorpjes. De randstad van Mali, zeg maar! Er zijn in totaal een stuk of twintig dorpjes die tezamen het Dogon volk vormen.
Een van de uniek dingen is dat er binnen deze dorpen drie verschillende geloven zijn. Sommige dorpjes zijn Christelijk, andere Islamitisch en weer anderen Animistisch en sommige dorpjes zijn een mix van deze drie geloven die al honderden jaren vreedzaam samen leven en een hechte gemeenschap vormen.
De bouwstijl van de dorpjes is ook heel bijzonder en af en toe wanen we ons in de Efteling, zo sprookjesachtig ziet het er uit.
We blijven er drie dagen waarvan een verplichte rustdag voor mij en een verplichte braakdag voor Marica. Nu was het haar beurt om aan het afweersysteem te werken.
Next stop... famous Timbouctou. Iedereen heeft ervan gehoord maar bijna niemand weet waar het ligt. We hebben precies 10.000 km gereden als we in Timbouctou aankomen en zo hoort dat ook. "Poetic Justice", zal ik maar zeggen; Tienduizend kilometer tot Timbouctou.
De stad zelf is geen schim meer van wat het ooit geweest is in de 15de en 16de eeuw. Toen was het xe9xe9n van de belangrijkste en rijkste steden van West Afrika en waren de deuren van de huizen met goud en zilver beslagen.
Vrijwel alle handelsroutes in West Afrika liepen via Timbouctou en Timbouctou was het centrum van de zouthandel. In die tijd ging een kilo zout voor een kilo goud! Tegenwoordig doet het zout het wat minder qua prijs maar de zout karavanen vertrekken nog steeds en het is nog steeds een verzamel plaats voor de Touareg nomaden die leven van de zout handel.
De dingen die we wilden zien in Mali hebben we gezien dus gaan we op weg naar Burkina Faso. We kiezen een ongebruikelijke route terug waar we bij toeval over gehoord hebben en die lijdt ons weer door een behoorlijk verlaten maar erg fraai gebied waar praktisch geen ander verkeer is.
De weg naar Burkina Faso is niet zo eenvoudig te vinden want ook deze route is totaal ongebruikelijk. Dat is ook aan de reacties van de mensen wel te merken. Ze zouden waarschijnlijk niet vreemder hebben opgekeken als de USS Enterprise uit Star Trek voorbij was komen vliegen. Sommige mensen rennen zelfs weg als we naderen. De route is eigenlijk niet meer dan een wirwar van karrensporen en is soms zo moeilijk te vinden dat we om de paar kilometer moeten vragen of we nog wel op het goede spoor zitten.
Op een bepaald moment rijden we een kilometer of twintig achter een brommertje aan want wij zien niet meer wat nou het goede spoor is. Maar alles komt zoals meestal in Afrika weer op zijn pootjes terecht en na twee dagen spoorzoeken hebben we het douane kantoor van Mali gevonden in een inimimi dorpje vlak voor de grens. Alles verloopt geheel volgens reglement en er wordt niet om geld of cadeaus gevraagd. Dat was Mali. Mali; mensen een 8+, landschap een 7, highlights een 9.
"The best and most beautiful things in the world cannot be seen or even touched. They must be felt with the heart." -Helen Keller
We exchange the Sahara for the Sahel. In this grass filled landscape there are trees and there is also a lot more veggies on the markets. It looks like they had enough water this year. The Malinese people are friendly and waive happily at us passing by.
Via a rough gravel road along many small villages with adobe houses and thatched roofs, we arrive to Bamako. The capital of Mali brings us back in touch with the rest of the world. The world of the internet.
In Bamako we stay for three nights with the Catholic nuns. We walk the dusty streets of the capital and I will have to get used to the fact that from now on my feet are coloured red.
From Bamako we make our way to the largest adobe, mud brick Mosque in the world. This is in Djenne a dusty village on the Niger river. The Mosque can be seen in many movies. There is also a famous Koran school in Djenne. The little boys that study here have to beg with a little bucket every night for their food.
Mopti is a large harbour town on the Niger river. This is were many ships leave for Timbuktu. We will later visit this legendary place by car.
A little away from the busy Mopti, we find the villages of the Dogon. About 20 villages located in a valley along a huge escarpment. Some villages are built on top of the cliffs, but most villages are located in the valley. They all share a same unique culture. The way they great each other is already something very special. They both ask about 5 questions, just to say hello. The elderly men eat cola nuts as a kind of drug. They are so addicted, that you can pay most of the picture we take with cola nuts. The women do not want them, they rather have money.
Marica gets to spent one day in the Dogan stumbling up and down between her bed and the toilet. Her tummy is still working on the immune system against all the different African bacteria.
We move on to the legendary desert city of Timbuktu. You can still cross the Sahara in 60 days by camel, between Zagora in Morocco and Timbuktu in Mali. Timbuktu once was a wealthy town in the dessert, where many camels past. The architecture still demonstrates that wealth, although the doors that used to be decorated with silver ornaments, are now just painted with grey or decorated with aluminium.
There are still camels herds getting salt from the dessert. Riding into the dessert for 15 days with rice and wheat, returning with salt. From Timbuktu the salt is transported to the rest of the country by donkey.
From Timbuktu we drive via the Humbori mountains in direction of Burkina Faso. We follow some very small sandy roads on our way to the boarder. Unfortunatly we do not find a Custom office. We have to make a little detour to be able to leave Mali. After we get our necessary paperwork done, we follow some donkey cart tracks to find our way. We are not sure if were going right. A man on a moped brings the solution. For about 20 km he leads the way, until we reach the first village in Burkina Faso. After another hassle free process, we are in a new country, ready for some more adventure.
A dusty red road full of corrugations leads us to Ouagadougou, the capital of Burkina Faso.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten